Genomineerd voor de Pim Fortuynprijs.

06/06/2020
"Toen de broer van Pim mij belde op Koningsdag was ik onder de indruk van zoveel eer en wist ik niet goed wat ik moest zeggen.

De avond daarvoor sprak ik toevallig een bekende columniste. Ze had recent een scherpe en kritische column geschreven over een gevoelig maatschappelijk onderwerp en moest dit bekopen met digitale pek en veren van het ergste soort. Terwijl ze haar rug rechtte en op ferme toon zei ‘ach ja dat nare gedoe hoort er nou eenmaal bij’, zag ik dat haar lip trilde en dat ze vooral zichzelf wilde overtuigen. Ik hoorde mezelf antwoorden dat het je soms weleens aan kracht en moed ontbeert om dat te schrijven wat volgens jou verkondigd moet worden. Negatieve reacties horen erbij, maar gaan je niet in je koude kleren zitten. Ons brein is voortdurend gespitst op gevaar om te kunnen overleven. Daardoor wegen tien complimenten simpelweg niet op tegen die ene vileine opmerking die blijft haken en je dag kan verpesten.

Ik ben dol op het debat, het liefst op het scherp van de snede, waarbij alle argumenten en technieken geoorloofd zijn om elkaar te overtuigen. Maar ik maak me toenemend zorgen over de scheldpartijen, de haat en het pure gif dat op internet ongebreideld zijn weg vindt met als doel pure ontmoediging van het vrije woord. Deze nominatie is vooral een steun in de rug, dat we het vrije woord mogen koesteren en moeten bewaken tegen elke prijs.

Welke prijs heb ik dan moeten betalen om te kunnen zeggen en schrijven wat ik wil? Heb ik ooit het risico gelopen dat iemand me iets aan wilde doen? Heb ik met mijn vrijheid moeten betalen voor het vrije woord? Nee, geenszins.

Toch heb ik ervaren wat het is als mensen je de mond willen snoeren. Je blijkt opeens tegenstanders te hebben die je werkgever vragen om jou op staande voet te ontslaan omdat jouw mening ‘onacceptabel’ is. Collega’s die je opeens eng en verdacht vinden en zonder uitleg met een boog om je heen lopen of achter je rug proberen om je de pas af te snijden. De werkgever die vooral geen gedoe wil en suggereert dat je misschien voortaan je column eerst door de afdeling communicatie laat lezen. De woede verdragen van mensen die zich gekwetst voelen door jouw gedachten en mening. Terwijl je er helemaal niet op uit bent om te kwetsen maar simpelweg ‘die andere kanten’ wil belichten waarbij je soms iets te veel sambal gebruikt.

Om het vrije woord te verkondigen heb je blijkbaar lef nodig en niet al te angstig zijn voor tegenwind. Maar is dat prijzenswaardig of zijn het gewoon eigenschappen die je mee hebt gekregen waardoor je niet anders kan?

Ik sprak ooit mijn held Theodor Holman over het belang van de vrijheid van meningsuiting. Hij vergeleek het met psychotherapie waarbij het bespreekbaar maken van lastige innerlijke roerselen van levensbelang kan zijn om ze hanteerbaar te maken. De vrijheid van meningsuiting kan je vergelijken met zuurstof voor de samenleving. Als we dat onvoldoende serieus nemen dan verstikken we als maatschappij, aldus Holman. Als we elkaar niet meer toestaan om het vrije debat te voeren, dan verkwanselen we dat dunne laagje beschaving waar we zo zuinig op moeten zijn als mens. Zonder het vrije woord verschansen we ons reflexmatig in goed en kwaad en lonkt geweld altijd om de hoek.

Ik wil applaus voor alle mensen die telkens weer durven opstaan om zich vrijelijk uit te spreken. Dappere columnisten, politici en journalisten die dagelijks moeten verdragen dat ze worden beschimpt en bespuwd op twitter, maar ook die werknemer die het aandurft om in de kantine gewoon een andere mening te laten horen. We willen allemaal bij ‘de groep’ horen en vinden uitsluiting bedreigend. Toch is het goed om je te realiseren dat ‘de’ groep niet bestaat, maar dat we die met elkaar vormen. De groep is een dynamisch concept waarvoor elk individu de verantwoordelijkheid draagt om haar gezond te houden. Dat doen we door te praten, door van mening te verschillen maar NOOIT door te zwijgen!"